Lionsclub Eindhoven Wodancella is opgericht in 1990 uit een intitiatief van Lionsclub Son en Breugel.
Lionsclub Son en Breugel was een uitsluitend mannenclub en wilde graag zo blijven. Om tegemoet te komen aan de wens van Lions Nederland MD-110 om alle clubs gemengd te maken besloot Lions club Son en Breugel een nieuwe gemengde club op te richten met als werkgebied Eindhoven Noord (Woensel) en Son en Breugel.
ionsclub Eindhoven Wodancella was de eerste gemengde club in Nederland. Er bestonden al wel enige uitsluitend vrouwenclubs.
De naam Wodancella is een oude naam voor Woensel, zoals onderstaand historisch overzicht aangeeft.

 

Geschiedenis van Woensel en Eindhoven

De geleerden hebben uitgemaakt dat Woensel al een zeer oude nederzetting is. De naam zou afgeleid zijn van ‘Wodans-cel’. Wodan of 0din is een van de hoofdgoden in de wereld van de Asen de scandinavische volken. Het was de god van oorlog en merk­waardiger wijze, ook van de wijsheid en de poëzie. Te voet of op zijn achtvoetig paard begaf hij zich naar het slagveld. In zijn rechterhand droeg hij een speer.

‘Cel’ komt van het latijnse cellula en cella, wat bergplaats betekent. Wodanscel of Woensel is een plaats waar in het zeer grijze verleden een bijzondere verering voor de god Wodan bestond.

Dit sluit helemaal aan bij de andere (c)sel-dorpen zoals Steensel, Duizel, Hulsel, Neter­sel, Wintersel (Winterle), Eersel, Reuzel en Knegsel, Merkwaardig is, dat de laatstge­noemde plaatsen samen de Acht Zaligheden worden genoemd. Deze naam vindt zijn basis in de bergrede. Het gebied achter Eindhoven was zo arm, achterlijk en gesloten dat het, gelet op de bergrede. zalig werd geprezen. Woensel hoorde daar niet bij, want het was van oudsher een soort voorstad van Eindhoven.

Woensel bestond reeds lang geleden uit een aantal buurten. Primair waren dat  Acht. Fellenoord, Broek en Eekaart.

Door, zoals hij zelf zegt, ‘prijselijke nieuwsgierigheid’ aangezet, schrijft rond 1810 ene A.C. Brock uit St. Oedenrode ‘eene geografische, historische en chronologische be­schouwing van steden. dorpen. vlekken, heerlijkheden, gehuchten en voornaamste buurtschappen der Meierij’.  Het navolgende is uit dit geschrift afgeleid.

Woensel is een zeer groot dorp, ongeveer een half uur ten noorden van Eindhoven en zes uur ten zuiden van ‘s-Hertogenbosch. Het dorp bestaat uit een lange straat met hier en daar een huis. De kerk ligt eenzaam in de akkers.

Omtrent een uur van het dorp ligt Acht in de heide (de Woenselse Heide).

Eekaart hoorde weliswaar kerkelijk onder Woensel maar had een eigen rechtbank. Het ligt een uur ten oosten van Woensel langs de linkeroever van de Dommel en is door een gegraven sloot of gracht van Woensel gescheiden (‘Doode Graag’, later D’oude Gracht).

De heerlijkheid Eekaart werd in 1719 door Jonker Richard van Vlierden nagelaten aan de zoon van zijn zuster jonker Jan Karel de Jeger. Behalve een kasteel was er ‘een oud en hoog slotjen’, gebouwd in de zestiende eeuw, dat waarschijnlijk dienst deed als jachthuis en ‘Jegershoef’ genoemd werd (Jagershoef).

Het boek ‘Noord Brabant in Grootvaderstijd’ van Jan Naaykens geeft een goed beeld van het leven in onze gewesten tijdens de vorige eeuw en het begin van deze eeuw.

In die tijd, toen het vlees een luxe was en een ei was tractatie, toen ziekte een gezin volle­dig kon ruïneren, waren er schrille tegenstellingen tussen arm en rijk. Naast de palei­zen van de industriebaronnen en de pastorieën, stonden de nederige optrekjes van de keuterboeren en de arbeiders.

Buiten de kost verdiende rond 1900 de boerenarbeider nauwelijks 30 cent per dag. De dagloners waren niet beter af, evenmin als de thuiswerkers die dan niet eens de kost verdienden: zij moesten het met de 30 cent alleen doen. De behuizing was ellendig en de kerk probeerde het met een vroom praatje af toe doen. De schilderijen van Vincent van Gogh, de brieven aan zijn broer Theo, maar ook het werk van de boerenapostel Gerlachus van den Eisen tonen overduidelijk de onvoorstelbare situaties van armoede en ellende.

De wevers, stiepers en frutters (sigarenmakers) allemaal leefden zij in de meest erbar­melijke omstandigheden.

Begin deze eeuw zet de industrialisatie met name in het naburige Eindhoven in snel tempo door. Eindhoven barst langzaam maar zeker uit zijn voegen.

In 1920 werd Woensel evenals Gestel, Stratum en Tongelre samegevoegd met Eindhoven.

De geschiedenis van Eindhoven

Vroeger heette het riviertje de Gender, de Aude of Eride. Het stadje aan haar oevers heette dan ook ‘Endoven’, waarbij het woord ‘oven’ duidt op de steenbakkerij die er lag. Het stadje ligt ook aan de Dommel. Het is vanouds zowel met Den Bosch als met Luik door een steenweg verbonden.

Al rond 1200 was Eindhoven een verzamelpunt voor boeren en handelaren die uit de omliggende dorpen op de markt hun koopwaar kwamen aanbieden.

Eindhoven was toen echt de ‘eind-hof’, te voet de verste marktplaats die men in een dag vanuit de omgeving kon bereiken.

Het was het doel, het rustpunt van deze handelaren en boeren, toen al smeltkroes van allerlei mensen die elkaar iets te bieden hadden.

Het zou te ver voeren hier uit te weiden over de geschiedenis van Eindhoven. Het zegt genoeg dat Eindhoven vanouds dezelfde rechten en vrijheid genoot als ‘s-Hertogen­bosch.

En... alle oorlogen gingen er overheen.

Tijdens de tweede wereldoorlog werd Eindhoven zeer zwaar beschadigd.

Groot Eindhoven

De industrie in Eindhoven groeit en groeit. De omgeving kan het benodigde personeel niet meer leveren. Van heinde en ver worden mensen aangetrokken, o.a. uit het arme Drente. Zij komen met hun armoede en eigenheid naar het gemoedelijke, enigszins tra­ge Brabant. Dit land heeft nog geen kennis kunnen leveren, ook die moet van buiten de gewesten gehaald worden. Technici van allerlei niveau komen naar Eindhoven. Weer later worden arbeiders zelfs van over de grenzen van het land betrokken, turken, ma­rokkanen, spanjaarden e.a.

En al deze mensen moeten wonen. Huizen en flats rijzen als paddestoelen uit de grond. Er is geen gezamenlijk verleden, geen maatschappelijk verband.

Philips wordt de heilige koe. De leverancier van werk, welvaart, sociale zekerheid, ge­zondheidszorg...

 

Bovenstaande geschiedenis is een samenvatting van de teksten die leden van de interieurgroep Sint Jan (van de Sint Jan parochie in Eindhoven, de kerkwijk die vanaf 1976 een van de vijf kerkwijken werd van de parochie Woensel-Midden en de wijken Jagershoef, Woenselse Heide en een gedeelte van het Hool bevat) in opdracht van de Breskense pastor-beeldhouwer Omer Gieiliet hebben gemaakt. De teksten zijn overgenomen uit  ‘Eindeloos, Poëzie in hout en fotografie rond een Paasboom te Eindhoven - Woensel met historische bijlage’; ISBN 90-9001214-1.